Vergoedingsrechten bij erfenissen en schenkingen nu en straks; nieuw wetsvoorstel: erfenissen en schenkingen maken voortaan geen deel meer uit van de gemeenschap!

Tijdens echtscheidingsprocedures ontstaat nogal eens discussie over geld dat tijdens het huwelijk is geërfd of als schenking is ontvangen. Althans, wanneer partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Bij huwelijkse voorwaarden is er namelijk al sprake van gescheiden vermogens, maar bij een huwelijk zonder huwelijkse voorwaarden is er sprake van een huwelijksgoederengemeenschap. Dat is een gezamenlijk vermogen waartoe alles wordt gerekend, tenzij er sprake is van een uitzondering. De belangrijkste uitzondering op de gemeenschap van goederen wordt gevormd door geld en goederen die onder een uitsluitingsclausule vanuit een erfenis of schenking zijn verkregen. Vaak wordt het geld op een gemeenschappelijke rekening gestort en uitgegeven. Als het geld is uitgegeven aan vakanties of anderszins is opgesoupeerd, dan is het geld niet in het privévermogen van de begunstigde terechtgekomen of besteed aan betaling van privéschulden van de begunstigde partner. In dergelijke situaties heeft de begunstigde na echtscheiding recht op vergoeding van dat bedrag uit de gemeenschap. Het gaat dan om het volledige bedrag van de erfenis of schenking. Dat wordt niet altijd als rechtvaardig gevoeld, omdat de begunstigde in feite ook al heeft genoten van de uitgaven, bijvoorbeeld de vakantie.

De Wet aanpassing van de wettelijke gemeenschap van goederen die in werking is getreden op 1 januari 2012 heeft gezorgd voor een wijziging in de regeling van de vergoedingsrechten. Gekozen is voor de beleggingsleer als hoofdregel bij terugbetaling van vermogensverschuivingen tussen echtgenoten. Indien de erfenis of schenking met uitsluitingsclausule  is gestort op een gezamenlijke rekening, ontstaat een vergoedingsrecht (juridisch een reprise) op de gemeenschap. Tot 1 januari 2012 was het uitgangspunt dat in beginsel alleen het nominale bedrag ten laste van de gemeenschap behoeft te worden vergoed, dat wil zeggen dat geen rente en dergelijke verschuldigd is en waardestijging of -daling niet relevant zijn. Na 1 januari 2012 is de beleggingsleer toepasselijk. Volgens het overgangsrecht is de nieuwe wetgeving niet op vorderingen uit het verleden van toepassing. Op de vergoedingsvorderingen die zijn ontstaan op grond van verkrijgingen vóór 1 januari 2012, blijft het recht van toepassing zoals dat gold vóór 1 januari 2012. Het is dus essentieel om na te gaan wanneer de erfenis is verkregen en wanneer deze uitgegeven is. Vanaf 1 januari 2012 geldt immers pas dat de rente over een erfenis of schenking die buiten de gemeenschap is gebleven,  ook tot het privévermogen gaat behoren.

Er ontstaat dus een vordering op de gemeenschap voor het gehele bedrag van de erfenis of schenking onder uitsluitingsclausule. Indien de gemeenschap echter al is verdeeld, dan kan de reprisegerechtigde zich voor de helft van het bedrag verhalen op het privévermogen van de ander.

Let wel: een erfenis of schenking is onder de huidige regelgeving  niet vanzelfsprekend onder een uitsluitingsclausule verkregen. Voor wat betreft de erfenis is de uitsluitingsclausule te vinden in het testament van de erflater. Voor wat betreft schenkingen kan de uitsluitingsclausule zijn vastgelegd in een notariële akte. De uitsluitingsclausule kan ook zijn vastgelegd in een onderhandse akte, maar deze moet dan wel zijn opgemaakt op het moment van de gift en niet achteraf.    Bewijs dat de uitsluitingsclausule werd gemaakt op het moment van de gift, is aanwezig indien bijvoorbeeld bij de overschrijving per bank wordt vermeld dat dit een gift onder de werking van een uitsluitingsclausule betreft. Dit voorkomt discussie bij de echtscheiding.

Het wetsvoorstel tot verdere aanpassing van de wettelijke gemeenschap van goederen, dat thans (nog steeds) in behandeling is, maakt van de hierboven genoemde uitzondering de hoofdregel. Erfenissen en schenkingen zullen voortaan geen deel meer uitmaken van de gemeenschap, ook al is er geen sprake van een uitsluitingsclausule. Zolang de nieuwe wet niet is ingevoerd, is het nodig dat de uitsluitingsclausule wordt opgenomen in het testament of wordt vastgelegd bij de schenking en het is en blijft  verstandig om een aparte privérekening te openen en daarop de schenking of erfenis te laten storten.