Internationaal recht, in Nederland procederen tegen een klant in het buitenland, hoe gaat dat?
Ons kantoor heeft veel ervaring op het gebied van internationaal procederen. We treden regelmatig op voor buitenlandse ondernemingen die een geschil hebben met een Nederlandse onderneming of andersom, voor Nederlandse ondernemingen die een geschil hebben met een onderneming die in het buitenland is gevestigd.
Niet iedereen weet dat het wel degelijk mogelijk is om in Nederland een procedure te voeren tegen een buitenlandse onderneming. Dit heeft zeker voordelen. Ten eerste kan de procedure worden gevoerd voor de rechter die u zelf heeft aangewezen als de bevoegde rechter in uw algemene voorwaarden of contract. U hoeft dan voor de procedure niet af te reizen naar het buitenland. Uw contractspartij moet dan wél afreizen naar Nederland en een Nederlandse advocaat inschakelen. Daarmee heeft hij al direct een achterstand voor wat betreft taal en kennis van de gang van zaken. U bent niet overgeleverd aan grillige rechters en vreemde procedures in het buitenland, die, vooral in de Zuid Europese landen, jaren kunnen duren, zonder dat u weet wat er allemaal precies gebeurt, hoe het daar werkt en wat het gaat kosten. Nadeel van een internationale procedure is wel is dat het langer duurt dan een normale procedure, vanwege de langere termijnen die in acht genomen moeten worden.
U kunt verder aan de rechter vragen om een zogenaamd Europese executoriale titel (EET), dat wil zeggen dat het Nederlandse vonnis direct geldt binnen alle landen van de Europese Unie. Dan kan het overal direct ten uitvoer worden gelegd, bijvoorbeeld door de plaatselijke deurwaarder of de rechtbank ter plekke.
Daarnaast kunt u in uw algemene voorwaarden of contract bepalen dat u kiest voor toepassing van het Nederlands recht. Overigens kan ook de Nederlandse rechter in een Nederlandse procedure buitenlands recht toepassen.
We hebben na dertig jaar ervaring op dit gebied veel kennis vergaard en kunnen u vaak ook over dit buitenlands recht adviseren, of snel advies inwinnen bij onze collega’s binnen ons netwerk Euravocat, zie: www.Euravocat.com
Voorbeeld uit de praktijk
Ik wil u graag aan de hand van een recente zaak uit mijn praktijk meenemen naar de weg die moet worden gevolgd om tot een positief resultaat te komen. In deze zaak heb ik namens een Nederlandse onderneming in maart 2022 een vonnis verkregen tegen een Zweedse firma. Het oogt misschien als een taai verhaal over procesrecht en dat is het ook, maar zo kunt u zien wat er allemaal bij komt kijken.
De zaak gaat om een Nederlandse onderneming, verondersteld, gevestigd te Aalsmeer, die bloembollen heeft verkocht aan een Zweedse onderneming, gevestigd in Stockholm voor een bedrag ad € 45.000, die niet worden betaald. Ik zal de partijen “Nederlander” en “Zweed” noemen.
Het begint met het opstellen door mij van de dagvaarding, die vervolgens door onze deurwaarder moet worden uitgebracht. In de dagvaarding moet komen te staan dat de deurwaarder een exploot opmaakt conform artikel 4 leden 1 en 5 en artikel 7 lid 1 van de Verordening (EG) 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van Europese Unie van 13 november 2007 inzake de betekening en kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke- of in handelszaken. Verder moet een Zweedse vertaling van de dagvaarding en het exploot worden bijgevoegd. De deurwaarder zend de dagvaarding en de vertaling naar de bevoegde ontvangende instantie in Stockholm, die zorgt voor de betekening van de dagvaarding ter plekke aan de Zweed. Daarna worden de documenten teruggestuurd.
Als dit allemaal goed is gegaan, komen de stukken terug bij de advocaat, die de procedure introduceert bij de rechtbank Amsterdam. Het gaat immers om een vordering van € 45.000,-- en in de algemene voorwaarden staat dat deze rechtbank bevoegd is.
Waar let de rechter op?
Nu de Zweed in Zweden gevestigd is, moet de rechtbank ambtshalve onderzoeken of zij rechtsmacht heeft. Als de rechtbank rechtsmacht heeft, moet zij ook ambtshalve onderzoeken naar welk materieel recht het gevorderde moet worden beoordeeld.
Rechtsmacht
De zaak valt onder het temporele, materiële en formele toepassingsbereik van de Brussel I bis-Verordening. Immers, de dagvaarding is ingesteld na 9 januari 2015 (zie artikel 66 Brussel I bis-Verordening), de procedure betreft een handelszaak in de zin van artikel 1 lid 1 Brussel I bis-Verordening en gedaagde is gevestigd op het grondgebied van een EU-lidstaat (zie artikel 6 Brussel I bis Verordening). De rechtbank moet daarom aan de hand van de Brussel I bis Verordening beoordelen of zij rechtsmacht heeft.
De Nederlander beroept zich op de in haar algemene voorwaarden opgenomen forumkeuze voor de Nederlandse rechter, meer in het bijzonder de rechtbank Amsterdam. De vordering van de Nederlander heeft betrekking op een koopovereenkomst zoals bedoeld in artikel 7 aanhef en onder lid 1 sub b, eerste gedachtestreepje, Brussel I bis-Verordening. Daarom is ingevolge artikel 7 aanhef en onder lid 1 sub 1, eerste gedachtestreepje, Brussel I bis-Verordening, mede bevoegd de rechter van de plaats van de lidstaat waar de zaken volgens de koopovereenkomst geleverd werden of geleverd hadden moeten worden. Uit de overgelegde facturen en orderbevestiging blijkt dat de koopovereenkomst is gesloten onder de Incoterms voorwaarden “EX-works”. Ex-works houdt in dat de verkoper aflevert wanneer hij de goederen gereed voor transport ter beschikking stelt van de koper in het bedrijfspand van de verkoper. Dit brengt mee dat op grond van de koopovereenkomst de plaats van levering was op locatie van het bedrijfspand van de Nederlander in Aalsmeer, dus in het Arrondissement van de rechtbank Amsterdam.
Toepasselijk recht
Nu sprake is van internationale koopovereenkomsten van roerende zaken en de contractspartijen beide gevestigd zijn in verdragsluitende staten, valt deze zaak onder het toepassingsbereik van het Weens Koopverdrag, een verdrag van de Verenigde Naties van 11 april 1980. Als in de algemene voorwaarden geen rechtskeuze is gedaan voor Nederlands recht, dan gelden de bepalingen van dit verdrag.
Rente en incassokosten
Op grond van artikel 78 van het Weens Koopverdrag is de Nederlander bevoegd om rente te vorderen over de betaling van de koopsom. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij het rentepercentage van het land waar de verkopende partij is gevestigd, in dit geval Nederland. De wettelijke handelsrente in Nederland is op dit moment 8% per jaar.
De Nederlander heeft ook recht op buitengerechtelijke incassokosten op grond van artikel 74 van het Weens Koopverdrag. Vaak wordt daarbij aansluiting gezocht bij het percentage dat in het land van de verkoper wordt gehanteerd. In Nederland is dat het tarief van het Besluit Vergoeding voor Buitengerechtelijke Incassokosten, dat officieel is ingegaan op 1 juni 2012. Het is een staffel die wordt berekend over de hoofdsom. Een rekentool hiervan kunt u terugvinden op het onze website bij het rechtsgebied ‘Incasso’.
Het vonnis
De rechter waarmerkt het vonnis als Europese executoriale titel en veroordeelt de Zweed tot het betalen van alle gevorderde bedragen en de proceskosten. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, dat wil zeggen dat het direct geldt en ten uitvoer kan worden gelegd en er moet worden betaald, ook al gaat de Zweed van het vonnis in hoger beroep.
Dit vonnis wordt vervolgens vertaald in het Zweeds en we sturen dit toe aan onze collega in Zweden met het verzoek dit te laten betekenen aan de debiteur en zonodig executiemaatregelen te treffen tegen hem. Inmiddels is de rekening voor de Zweed opgelopen tot een bedrag ad € 51.000,--.
Het is specialistenwerk, maar we boeken toch vaak succes met deze route.
Heeft u met een claim met internationale aspecten? Neem contact met ons op, zodat we u vrijblijvend kunnen adviseren.
Ivo van Rooij, advocaat bij Van Rooij en Pijnacker Procesadvocaten